“Ook in hertekend landschap plaats voor kleinere spelers”

Wat Belgambu verwacht van 2024? Dat het een uitdagend jaar wordt voor de sector. Dat betekent tegelijk een nieuw jaar waarin het zijn taak als beroepsorganisatie kan waarmaken en zijn rol als constructieve onderhandelingspartner verder kan uitdragen. “We capteren verhalen en uitdagingen op de werkvloer en injecteren die in het debat.”

Dat er in 2023 heel wat in beweging was binnen de sector van het patiëntenvervoer is een understatement. Enkele knopen werden ontward en doorgehakt, helaas niet altijd met de input van Belgambu. “Drie van die beslissingen zullen in het nieuwe jaar een merkbare impact hebben op onze leden en hun werking”, zegt Belgambu-voorzitter Kenneth Arkesteyn. “Elk op hun eigen manier, maar met een cumulatief effect.” Die drie beslissingen zijn de inkanteling van het dringend interhospitaal patiëntenvervoer binnen de dringende geneeskundige hulpverlening, de kosten van het niet-dringend interhospitaalvervoer die de ziekenhuizen op zich dienen te nemen met een impact op de organisatie van dit niet-dringend patiëntenvervoer  en het protocolakkoord van eind 2023 rond de intermediaire ziekenwagens.

Blijven wegen op het debat

De missie van Belgambu voor 2024 is leden blijven informeren, belangen verdedigen en vooral niet vergeten worden als sector. “We willen vaker betrokken worden bij de besluitvorming”, benadrukt Thom Cleymans, ondervoorzitter Vlaanderen. “Door mee aan tafel te schuiven, wegen we op het debat en waken we erover dat onze sector niet vergeten wordt. Belgambu mee aan tafel vragen moet een logische reflex zijn als het over patiëntenvervoer en eventhulpverlening gaat. Dat laatste kan niet langer draaien op een sandwich en een cola. Er is nood aan een regelgevend kader en een realistisch budget voor deze dienstverlening.”

Dat de kennis en data van Belgambu een meerwaarde zijn voor de besluitvorming, blijkt uit het protocolakkoord voor intermediaire ziekenwagens. In bepaalde regio’s zijn beslissingen gebaseerd op foute info. “Terwijl wij als erkende beroepsorganisatie de correcte gegevens hebben. Spijtig dat we niet geconsulteerd werden”, aldus Kenneth. Een oproep dus aan alle beleidsmakers om de waardevolle kennis bij Belgambu in te zetten.

Met concrete cijfers maakt Belgambu het verschil. Ondervoorzitter voor Wallonië, Bruno De Meue: “De afgelopen jaren toonden we dat we ons op feiten baseren en niet op emoties. Belgambu treedt op als vertaler van emotie op het werkveld naar ratio in het overleg, met praktijkgerichte oplossingen en onderbouwde voorstellen. Zo worden we meer en meer een partner van de overheid, maar er is nog een hele weg af te leggen.”

Onvermijdelijke schaalvergroting

Naast wegen op het beleid, zet Belgambu bewust in op het informeren en begeleiden van leden. Zonder daarbij marktcorrigerend te werken. “In de gezondheidszorg zien we een duidelijke trend naar schaalvergroting en ook onze sector is daar niet immuun voor”, zegt Kenneth Arkesteyn. “We willen dat niet verhinderen, wel onze leden ondersteunen in die transitie. Zij moeten hun plaats vinden in een hertekend zorglandschap en uitzoeken hoe ze hun organisaties gezond houden.” Dat betekent niet dat kleinere patiëntenvervoerders eruit gaan. “Een oefening naar efficiëntie, zoals een centrale dispatching, staat gelijk aan minder wagens en minder lege kilometers, maar niet aan minder diensten”, benadrukt penningmeester Peter Smolders. “Door een gelijk speelveld te creëren met een eerlijk en werkbaar wettelijk kader en dito financiering, worden grote, middelgrote en kleine organisaties evenwaardige partners.”

Al liggen de wortels van een betere werking en een kwalitatieve dienstverlening een stuk dieper. Patiëntenvervoer moet gezien worden als een volwaardige schakel binnen de zorgketen. “In Frankrijk is dit al zo, bij ons helaas niet”, weet Jean-François Verlinden, ondervoorzitter Brussel bij Belgambu. “We blijven ijveren voor een sterkere positie binnen het zorgverhaal. Onze diensten zijn cruciaal om toegankelijke zorg voor iedereen te realiseren.”

Een commissaris voor patiëntenvervoer?

Een grondige herziening van het hele patiëntenvervoersysteem dringt zich op. Om die transformatie succesvol te maken, is een globale aanpak nodig. Kenneth Arkesteyn: “Mogen we ijveren voor een commissaris voor al het patiëntenvervoer zowel het dringend als niet-dringend? Zoals de coronacommissaris kan die van bovenaf en met een brede visie de dingen aanpakken.” Het bestuursorgaan is het unaniem eens over de nood aan structurele veranderingen. Uiteraard zijn al belangrijke stappen gezet, zoals de beroepskwalificaties in Vlaanderen. “In 2024 komen de bijhorende opleidingen hopelijk ook effectief van de grond. Het is slechts een van de nagels waarop we blijven kloppen de komende maanden.”


Trots op successen en honger naar meer

2022 was een bewogen jaar voor Belgambu en bij uitbreiding voor de hele sector. Het was het jaar met het meeste ledenoverleg, twaalf maanden lang hard werk achter de schermen en enkele mooie resultaten. Met positieve signalen voor de toekomst bovendien. “Onze nieuwe Vlaamse minister, Crevits, kent haar dossier, stelt pertinente vragen en neemt echt de tijd. Hopelijk kunnen we dit jaar op hetzelfde elan verder.”

Het afgelopen jaar stonden heel wat vergaderingen en overlegmomenten op de agenda van Belgambu. Onder meer rond de tarieven van het patiëntenvervoer zijn belangrijke stappen gezet. “Als beroepsorganisatie maakten we onder meer heel wat berekeningen en simulaties. Het cijferklavier van mijn laptop is ervan afgesleten”, grapt Belgambu-voorzitter Kenneth Arkesteyn. “Het tarief per rit georganiseerd via de mutualiteiten is gestegen en daar zijn we blij om. Al stellen we ons nog grote vragen bij bepaalde parameters die zullen meespelen in de verdeling van de ritten”, vult ondervoorzitter Erwin Vanden Eynden aan. “Zo duwt het nieuwe kader van de overheidsopdrachten van Mutas en i-mens naar een 24/7 permanentie van de vervoersorganisaties. Wie bijvoorbeeld in het weekend geen permanentie heeft, zal in de week minder ritten krijgen. We vrezen dat dit vooral op de kleinere organisaties een negatieve impact zal hebben. Uiteraard zullen we het nauwgezet opvolgen, monitoren en de belangen van elk Belgambu-lid blijven verdedigen.”

Belgambu op de barricades

Nooit eerder in de bijna tienjarige geschiedenis van Belgambu waren er zoveel overlegmomenten met de leden. Dat was nodig om in alle openheid te blijven onderhandelen ten voordele van de sector en de vervoersorganisaties. “De stem van elk lid was daarbij belangrijk”, benadrukt Kenneth. “We gaan voluit voor de sector en de patiënten, niet voor specifieke leden. Het maakt niet uit hoe groot of klein een lid is. We willen verder als een inclusieve organisatie door het leven gaan. Het is een van onze grote sterktes.”

Met de Duurzaamheidsdagen stond voor het eerst ook een actie op de agenda, een weloverwogen beslissing om effectief op de barricades te gaan staan. Ondervoorzitter Thom Cleymans legt uit: “We kregen van leden al vaker de vraag om actie te voeren. Dat hebben we bewust afgehouden, zodat het een krachtig wapen was toen we het echt nodig hadden. De Duurzaamheidsdagen waren een ernstige en noodzakelijke actie. Met effect bovendien. Er zijn vijf parlementaire vragen van evenveel politieke partijen uit voortgevloeid. Het is andermaal bewezen dat we duidelijk slagkracht hebben als beroepsorganisatie.”

Evolutie in elk gewest

Ook in Brussel en Wallonië is de sector in beweging. Brussel nam een trage start, maar is stilaan op kruissnelheid en is aan een ware inhaalrace begonnen wat de regelgeving en normeringen betreft. Mede onder impuls van Belgambu zitten ondertussen ook de ziekenwagendiensten actief in de ‘Groupe de travail TMS’ in Wallonië samen rond de tafel. “De bevoegde minister hebben we alvast een stevige basis gegeven, met negen concrete voorstellen (zie kaderstuk). Er is namelijk nog veel werk aan de winkel”, zegt ondervoorzitter Bruno De Meue . “Daarbij vergeten we de patiënten niet, momenteel worden te veel lege kilometers doorgerekend aan de patiënt en zijn er te weinig (legale) hefbomen om voor elke patiënt kwaliteitsvol patiëntenvervoer te garanderen.”

In het hele land zijn nog tal van aandachts- en pijnpunten. Genoeg werk op de plank dus. Zo zijn er nog steeds verschillen in tarieven voor het niet-dringend patiëntenvervoer tussen regio’s, tussen de terugbetalingen van de mutualiteiten en zelfs binnen dezelfde mutualiteit afhankelijk van de woonplaats van een patiënt. Erwin vervolledigt: “Speciale aandacht zal er in 2023 gaan naar de regelgeving over intermediaire ziekenwagens en ook voor de eventhulpverlening nemen we een concreet initiatief met het opstarten van een werkgroep, we zijn alvast blij dat het Croix-Rouge de Belgique hiervan het co-voorzitterschap op zich neemt”.

“Of wat dacht je van de uitbreiding van het ongelijke speelveld binnen de dringende medische hulpverlening door de extra middelen die hulpverleningszones krijgen van steden en gemeenten? Al zijn er ook lichtpuntjes natuurlijk”, geeft voorzitter Kenneth Arkesteyn nog mee. “Zo heeft minister Vandenbroucke een verhoging van de subsidies aangekondigd. Die zal ons toelaten extra personeelsleden aan te trekken en verder te professionaliseren. Een mooie stap in de goede richting.”


9 voorstellen voor het niet-dringend patiëntenvervoer in Wallonië

Ook in Franstalig België ijvert Belgambu voor kwalitatief patiëntenvervoer en een werkbare sector voor de vervoersorganisaties. Daarom maakte ze 9 voorstellen voor het niet-dringend patiëntenvervoer over aan Waals minister Morréale. Bam vat ze kort voor je samen.

  1. Het patiëntenvervoer dient een integraal onderdeel te zijn van het zorgcontinuüm en gaat verder dan een mobiliteitsprobleem. Daarom moet het anders benaderd worden dan personenvervoer.
  2. Niet-dringend patiëntenvervoer dient uitgevoerd te worden door ambulanciers niet-dringend patiëntenvervoer.
  3. Niet-dringend patiëntenvervoer dient dezelfde kwalitatieve zorg te bieden aan elke patiënt, ongeacht het voertuig waarin deze vervoerd wordt.
  4. De externe kenmerken van de voertuigen voor niet-dringend patiëntenvervoer dienen uniform te zijn en herkenbaar voor het grote publiek.
  5. Er is nood aan minimumnormen voor de dienstkleding voor medewerkers actief in het niet-dringend patiëntenvervoer.
  6. De kwaliteit voor patiënten moet op elk moment gegarandeerd zijn en blijven.
  7. Er is nood aan investeringen zowel in mensen als in middelen, zoals een AED aan boord van elk voertuig voor niet-dringend patiëntenvervoer.
  8. Voertuigen van het niet-dringend patiëntenvervoer mogen gebruik maken van de taxi- en busbanen.
  9. Economisch haalbare tarieven dragen bij tot een blijvende betaalbare toegang tot de zorg, voor elke patiënt.