Ondernemerschap in de zorg: een complex spanningsveld

Ondernemen en zorg verlenen, valt dat te rijmen met elkaar? Zeker, vinden zowel UNIZO in Vlaanderen, als UCM in Wallonië. Zo valt het niet-dringend patiëntenvervoer als een handelsactiviteit onder de vernieuwde vennootschapswetgeving en dat creëert in de zorgsector vaak een spanningsveld tussen het op papier ondernemer zijn en het ondernemerschap an sich.

Zelfstandig ondernemerschap in de zorg staat los van het uitoefenen van je beroep, maar er komt heel wat bij kijken. Wettelijk en praktisch gezien. Werkgeversorganisaties UNIZO en UCM bieden houvast. “Zorgverleners werken vanuit een engagement, niet vanuit een winstbejag”, zegt Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO. “De zorg heeft veel topexperten in hun vakgebied, maar ze zijn geen boekhouders, juristen of hr-managers. Wij voorzien de nodige begeleiding en ondersteuning.”

Ondernemen staat ook gelijk aan geld verdienen, ongeacht de overtuiging waarmee je werkt. “Of je nu ambulancier of schrijnwerker bent, je beroep is je engagement en je broodwinning, en dat kan perfect samengaan”, zegt Danny. “Mensen in dienst nemen betekent verantwoordelijkheid. Je moet inkomsten genereren en marges nemen om hun lonen te betalen en investeringen uit te voeren.” Ook Caroline Cleppert, secretaris-generaal van UCM, ziet het zo. “Elke ondernemer zet in op innovatie, flexibiliteit, diversiteit en wendbaarheid. Dat zit in hun DNA, ook in de gezondheidszorg. Net zoals het streven naar efficiëntie. Deze veeleisende sector heeft zeer specifieke en moeilijke thematieken. Ondernemen en kijken hoe je investeringen kan dragen door bijvoorbeeld schaalvergroting is logisch.” Al waarschuwt UNIZO daar wel om de kwaliteit van zorg niet uit het oog te verliezen: “Als er in de zorg geen ruimte meer is om het eigen engagement ondernemend in te vullen, zullen de kwaliteit en de nabijheid van zorg en van de zorgverlener verdwijnen.”

Angst voor openbare aanbestedingen

De Belgische economie kampt algemeen genomen met een ongelijk speelveld tussen kmo’s en grote, internationale spelers. Ook daar staan UNIZO en UCM op dezelfde golflengte. “We zijn het grootste kmo-land van Europa en toch staan we vierde laatste op het vlak van openbare aanbestedingen toekennen aan kmo’s”, zegt Danny. “Er wordt te vaak gefocust op prijs. Maar er zijn nog andere criteria, zoals de nabijheid van de kmo, het opdelen in loten, de kwaliteit van de interventie, … die overheidsinstellingen kunnen meenemen in aanbestedingen. De wetgeving moet erop toezien dat professionals hun ding kunnen doen.”

“Maak het vooral eenvoudiger”, treedt Caroline hem bij. “De moeilijkheidsgraad van openbare aanbestedingen is ongezien en dat mondt uit in een angst voor de publieke sector. Vaak weten ondernemingen trouwens niet eens dat er een aanbesteding openstaat. Daarom werkten we samen met UNIZO al enkele initiatieven uit om ondernemers te informeren en op te leiden. Weiger je als openbaar bestuur een bepaald bedrijf, leg dan ook uit waarom. Dat komt de kwaliteit ten goede. Transparantie is het codewoord.”

Administratieve complexiteit

Nog een punt waar UNIZO en UCM het over eens zijn: de hoge nood aan administratieve vereenvoudiging. Een bestuurder staat vaak alleen voor de papierwinkel. “We blijven dit aankaarten. Vereenvoudiging is steeds een doel. Ondernemers zijn vandaag vaker bezig met de bijzaak dan met de hoofdzaak. Dat is tijd die niet naar zorgvragers gaat”, zegt Danny.

En dan zijn er nog de verschillende bestuursniveaus die elk op hun eigen tempo evolueren en specifieke noden hebben. Caroline: “De coördinatie moet beter. We leven in België op drie snelheden. Een klant is een klant en als je in een klein land als het onze op interne grenzen botst, is dat verre van aangenaam. Je moet niet alleen de administratieve lasten die eigen zijn aan je beroep kennen, maar ook nog alle papierwerk dat erachter schuilgaat. Door dat te verminderen worden onze bedrijven wendbaarder en de ongeziene complexiteit kleiner. Vertrek van een pragmatische blik op ondernemen, met de praktijk als uitgangspunt in plaats van de theorie.”

Durf mensen opleiden

Bij de verkiezingen in 2024 blijven UNIZO en UCM zich inzetten voor de belangen van de ondernemers. Dat doen ze door positief vooruit te kijken en de opportuniteiten te zien die door nieuwe regeringen, akkoorden en dynamieken ontstaan. Beide organisaties publiceerden een memorandum met enkele belangrijke speerpunten, die raken aan de belangen waar ook Belgambu voor haar leden op hamert. Zo leggen UNIZO en UCM de uitgestelde fiscale hervorming op tafel. “Wij voegen daar een verlaging van de lasten en belastingen voor vennootschappen aan toe. Daarnaast moeten de loonkost en -evolutie beter onder controle gehouden worden. Heel wat bedrijven hebben de elf procent inflatie nog niet verteerd”, zegt Danny. Caroline vult aan: “Wij pleiten eerder in de richting van het recht op fouten maken. De administratie is zodanig complex, dat soms bepaalde dingen vergeten worden zonder de intentie om te frauderen. Stuur dan niet meteen de inspectie op die ondernemers af, maar geef hen de kans dit recht te zetten.”

Ook naar werkgelegenheid toe liggen er veel ideeën op tafel. Het vinden van mensen is niet eenvoudig, maar is wel nodig door de ongeziene arbeidstekorten in de zorg en de stijgende zorglast. Nochtans zijn er mogelijkheden om interregionale en intersectorale arbeidsmobiliteit te stimuleren, zoals opleidingen. Voor UCM is dat het belangrijkste punt bij de verkiezingen. “De arbeidskrapte vraagt een globaal plan. We moeten hier niet aan cherrypicking doen. We komen met tien concrete voorstellen om flexibiliteit op de werkvloer te verbeteren”, zegt Caroline. “Levenslang leren is investeren in je mensen. Dat is een gok, maar het is wel nodig en stimuleert de arbeidsmobiliteit.”

Samen werken aan een weerbare sector met een kwalitatieve dienstverlening, dus. Daar is zeker nog werk aan de winkel. Vandaag glipt het niet-dringend patiëntenvervoer nog te vaak tussen de mazen van het net. “De sector van het patiëntenvervoer is zeer belangrijk en er wordt te weinig over gepraat”, vindt Caroline. “Tijdens covid werden jullie gezien en gehoord, maar covid leek te verdwijnen en daarmee ook jullie problemen. Voor mij maakt het patiëntenvervoer integraal deel uit van de zorgketen.. Dit vervoer garandeert voor heel wat patiënten de toegang tot zorg.”