/ 01/06/2021
Mobiliteit is er voor iedereen: “Een mens is geen pakje”
Mobiliteit is voor ieder van ons belangrijk. Het is een essentieel element om je leven in handen te nemen en dagelijkse taken uit te voeren. In een stad zoals Brussel is mobiliteit een groot knelpunt, zelfs voor mensen zonder fysieke beperkingen. Nabila El Kabbaj, directeur van de vzw Transport et Vie, vecht elke dag voor vervoer aangepast aan de noden van ieder persoon.
“Die ambulanciers eten het hele brood op en ik krijg de kruimels”, dat was de eerste indruk die Nabila El Kabbaj had tijdens haar overleg met Belgambu. “Het gebrek aan vervoer voor oudere en/of hulpbehoevende mensen in de hoofdstad is schrijnend. Brussel is een metropool waar iedereen tijd tekort heeft, maar dat heeft ons gedwongen om na te denken over een nieuwe transportformule voor deze mensen. Hiervoor luisterden we naar experts en verzamelden we ideeën, zodat we samen een oplossing konden vinden. Zo begon ik te begrijp dat zowel mijn organisatie als Belgambu de mens en zijn dagelijkse gezondheid en leven voorop stellen.”
Door dit soort samenwerkingen worden nieuwe ideeën ontwikkeld, ideeën die beter aansluiten bij de verwachtingen en de noden van de doelgroep. Nabila leerde uit haar overleg met Belgambu vooral dat er nog een ander aspect aan het vervoeren van mensen is. Het was het begin van een waardevolle samenwerking en van een verbeteringsproces van haar eigen vzw Transport et Vie. Deze Brusselse vzw werd door Nabila opgericht in 2008 na een persoonlijke ervaring. “Mijn eigen kind had aangepast transport nodig, maar het werd behandeld zoals een pakketje. De kwaliteit liet te wensen over. Als moeder en als burger vroeg ik me steeds vaker af: is dit de maatschappij waarin we leven?” Nabila besloot niet stil te blijven zitten. “In plaats van kritiek te geven, nam ik initiatief. Zelf de regie van je leven in handen nemen, is belangrijk. Ook in je sociaal en professioneel leven. Met de vzw willen we de familie van personen met een beperking of verzwakte personen ondersteunen, conform hun gevoeligheden, noden en verwachtingen. Met een vleugje hoop en steun.”
Gehandicapte maatschappij
De vzw Transport et Vie telt vandaag twintig voertuigen, waarvan acht aangepast voor alle types rolstoelen, van elektrisch over grote formaten tot beensteunen. Nabila: “Zo kunnen we personen in een elektrische rolstoel aangepast vervoer bieden.” Om deze voertuigen te besturen moeten de chauffeurs een erkende opleiding volgen, die focust op de veiligheid en op het welzijn van de inzittenden. “Onze chauffeurs weten bijvoorbeeld hoe ze moeten reageren wanneer een persoon met autisme plots begint te roepen of wanneer een dame die naar de chemotherapie gaat even de moed verliest. Ook gehandicapten kunnen ze ondersteunen volgens hun noden. Ook al is gehandicapt zo’n slecht gekozen woord. Onze maatschappij is gehandicapt door de normen die ze oplegt. Hierdoor beschikt ze niet over de nodige handvaten om alle burgers op te vangen.”
“Je hebt empathisch vermogen en opgeleide personen nodig.”
Dit is nog maar een eerste voorbeeld van het engagement waar Nabila dagelijks mee bezig is. Haar chauffeurs hebben een 80-urige opleiding gevolgd in personenvervoer, zoals een EHBO-cursus. Die tachtig uren zijn nochtans niet wettelijk verplicht. Eigenlijk wil Nabila nog een stap verder gaan en investeren in een opleiding van 160 uren – 80 uur meer dan de opleiding in personenvervoer. Dan beschikken haar mensen over een kwalificatie als ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer. Zo weten ze hoe ze een persoon veilig kunnen houden, in alle situaties. “Je hebt empathisch vermogen nodig, maar vooral opgeleide mensen. Mijn chauffeurs zijn personen die werkloos zijn en in een traject van sociale integratie zitten. Hun loon ligt niet heel hoog, maar we zorgen wel op andere vlakken voor hen. Zoals met een volledige hospitalisatieverzekering, bijvoorbeeld. Om een succesvolle sociale integratie te bereiken hebben we een hefboom nodig: een samenwerking van een sociale en economische integratie. De 160 uur durende opleiding tot ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer geeft deze mensen meteen een erkend statuut als zorgberoep. Voor hen betekent dat een echte kans, een nieuw professioneel perspectief, een doel en een motivatie. Elke chauffeur kent zijn voertuig en weet hoe hij technische en sociale aspecten moet combineren zodat alle vervoerde personen zich professioneel begeleid voelen. Dit zijn effectieve vaardigheden waarvoor ze vandaag niet erkend worden.”
Nood aan verandering
Gezondheid is een ruim begrip waarin veel afhangt van je gemoedstoestand, als passagier en als chauffeur. Maar dat menselijke aspect ontbreekt vaak, vindt Nabila. Vooral op het politieke niveau. Zo ontvangt Transport et Vie geen erkenning of statuut. Tot voor enkele maanden behoorde de vzw zelfs tot geen enkel paritair comité. “De politiek aanvaardt ons, maar ze geeft ons geen wettelijk bestaansrecht. En dat terwijl zelfs een dienst zoals Uber een eigen statuut heeft”, legt Nabila uit. “Daarom nam ik zelf het initatief met de aanvraag van een grondige inspectie van mijn organisatie, om zo toe te kunnen treden tot een paritair comité. Uiteindelijk brachten ze me onder bij het Sociaal Fonds Transport en Logistiek, dezelfde klasse als pakjesbezorgers. De reden? Omdat we aan wegtransport doen in opdracht van derden.”
Eigenlijk moet de sector veranderen, zegt Nabila. “Een zorgverlener werkt met mensen, met kwetsbare personen. Niet met pakjes. Een dringend transport gebeurt met de 112, alle andere transporten hangen af van de persoon in kwestie. Wat heeft die persoon nodig, wat wil die persoon? Is er begeleiding nodig, dan is het niet-dringend patiëntenvervoer aangewezen. Voelt deze persoon zich fit en goed, dan heeft hij of zij ook recht op personenvervoer met een gekwalificeerd persoon (een ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer). Op dat moment is een aangepast voertuig voldoende. Maar eigenlijk moet je verder kijken. Verder dan het regionale niveau, richting nationale politiek, om zo alle patiëntenvervoer op hetzelfde kwaliteitsniveau te brengen, ongeacht of deze persoon al liggend, zittend of in een rolstoel vervoerd moet worden.”
Nabila kiest ervoor om de dingen anders aan te pakken. Ze investeert in opleiding en in kwaliteit. “We doen meer dan van ons verwacht wordt door de overheid. Dat is best ironisch. De meeste sectoren zijn bang van striktere regels, wij vragen er naar. Maar de overheid hanteert geen globale visie. Ze missen een langetermijnperspectief. Alles gebeurt in fases, in functie van de timing en van de portefeuille van de minister en zijn adviseurs. We komen er wel, maar er is nog werk aan de winkel.”