/ 09/12/2024
DNR-codes in het patiëntenvervoer
Frank Lippens is voorzitter van de Vlaamse en Brusselse commissies voor niet-dringend (liggend) patiëntenvervoer. Met ruim een halve eeuw ervaring in het werkveld – ook in het luik van de dringende geneeskundige hulpverlening – krijgt hij het laatste woord in ons nummer rond DNR-codes. Hieronder deelt hij zijn visie op en toekomstdromen voor het DNR-beleid en de impact op het patiëntenvervoer.
Het feit dat de problematiek van de DNR -codes ter discussie wordt gesteld vanuit het werkveld van het niet-dringend patiëntenvervoer is op zich een zeer positief gegeven. We pleiten voor een bottom-up aanpak. De problematiek situeert zich echter in een ruimer werkveld van gezondheidswerkers en dus ook ambulanciers actief binnen de 112 of dringende geneeskundige hulpverlening worden er mee geconfronteerd. Maar ook de huisarts van wacht of mugarts moet deontologisch alle hulp bieden als er geen volwaardige DNR-code aanwezig is of anders is er sprake van schuldig verzuim. Niet zelden willen mensen thuis sterven en niet meer gereanimeerd worden maar komen ze terug in het ziekenhuis terecht of worden als palliatief patiënt toch gereanimeerd bij gebrek aan duidelijke DNR-code. Dat is een schrijnend gegeven.
Vertrekken vanuit een dialoog
Een wettelijk kader is aangewezen maar alhoewel de ziekenhuizen intern veel inspanningen doen om tot een degelijk DNR-beleid te komen beseft de buitenwereld onvoldoende dat het op zich al geen gemakkelijke opgave is om in een ziekenhuis de artsen op één lijn te krijgen. De zaken evolueren in de positieve zin. Tegelijk is elk DNR-document ook een signaal dat de zorgverstrekker er zich moet bij neerleggen dat er grenzen zijn aan de geneeskunde en dat wordt niet zelden als een falen gezien.
“Een DNR-code is niet statisch en vereist regelmatige evaluatie en actualisatie, terwijl ambulanciers slechts in een momentopname handelen.”
Een degelijk DNR-beleid in het ziekenhuis of woon-en zorgcentrum omvat een dialoog tussen de patiënt, de zorgverstrekker (huisarts en/of specialist), de familie of naasten en de zorgequipe. Het kan dus niet gereduceerd worden tot een normatieve verplichting omdat de zorginspectie nu eenmaal een DNR-document in het medisch dossier wil terugvinden.
Momentopname van een continue evaluatie
Een DNR-code is niet statisch en vereist regelmatige evaluatie en actualisatie, terwijl ambulanciers slechts in een momentopname handelen. Zij moeten kunnen beschikken over een betrouwbare informatiebron. Tijdens de volgende legislatuur zou dit probleem moeten worden opgelost. Geneesmiddelenvoorschriften staan reeds op de eID. Dat zou ook haalbaar moeten zijn voor de DNR-code, en we moeten hier samen met alle gezondheidswerkers naar streven om de overheid hierin te bewegen. Zolang de DNR-code verschilt per zorginstelling, zal de eID ook de betekenis van de code moeten bevatten, aangezien een uniformering via een wettelijk kader zeker niet voor morgen is. De juiste communicatie en een toegankelijke gegevensdrager zijn hier prioritair, voor wie ook de houder is van het medisch dossier.