De antwoorden van Open VLD op onze vragenlijst

Vraag 1

Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?

“Wij zijn voorstander van een uniform tarief. We voorzien daarbij wel de mogelijkheid van een specifiek tarief voor patiënten die omwille van hun aandoening daar zeer vaak beroep moeten op doen. In het Vlaams regeerakkoord werd afgesproken te komen tot een forfaitair bedrag, maar minister Crevits heeft dit onderdeel niet uitgevoerd. We blijven hier als partij op drukken.”

Vraag 2

Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?

“Er is tijdens deze legislatuur een ongeziene verhoging gekomen van het budget Dringende Geneeskundige Hulpverlening, net als een inhaalbeweging voor de indexering, de PIT, … het budget stijgt van 76,99 miljoen euro in 2022 naar 239,67 miljoen euro in 2024. Dit was ook nodig om enerzijds de onderfinanciering van de sector tegen te gaan en anderzijds om een hogere kwaliteit na te streven. Maar het werk is inderdaad nog niet af. We zullen volgende legislatuur een evaluatie maken en op dezelfde leest moeten verder werken, ook rekening houdend met de invoering van de PIT.”

Vraag 3

Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?

“Het is absoluut nodig om een wettelijk kader vast te leggen over welk type hulpverlening moet voorzien worden bij welk type van event aan de hand van duidelijke criteria. In dat kader kan ook opgenomen worden welke coördinerende functies aanwezig moeten zijn. Als je iets organiseert moet je het goed doen, en dat betekent ook zorgen voor het veilig verloop van het event, niet alleen op vlak van security maar ook vlak van hulpverlening. In het kader moeten we zorgen dat die vereisten proportioneel blijven. Daarnaast is het ook aan bijvoorbeeld lokale overheden om niet-professionele organisaties te helpen.”

“De ambulancediensten, ook niet-dringend, zijn een cruciale schakel in onze zorg. We moeten blijven investeren in deze sector om een hoge kwaliteit in patiëntenvervoer te garanderen, met een blik op de lange termijn.”

Tom Ongena

Vraag 4

Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?

“We steunen de vraag naar een meer geïntegreerd beleid voor de volle 100 procent. Er moet veel meer samengewerkt worden in ons land en een globaal plan ontwikkeld worden op niveau van de Interministeriële Conferenties waarna ieder beleidsniveau binnen zijn bevoegdheden de gemaakte afspraken uitvoert. De rol van dispatcher moet in dat globaal plan worden gepositioneerd. We zijn evenwel geen voorstander van nog een nieuw medisch beroep. In dat globaal plan moet het duidelijk zijn wie welke verantwoordelijkheid heeft. We zijn er niet van overtuigd dat een aparte commissaris het antwoord is. We moeten erover waken dat, omdat vandaag sommige beleidsmakers hun verantwoordelijkheid niet nemen, we andere mensen aanduiden die het in hun plaats zouden moeten doen.”

Vraag 5

De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe zie uw partij dit?

“De mensen die bij DGH werken, als personeel, als flexi of vrijwilliger, leveren goed werk en we hebben ze allemaal zeer hard nodig in periode van grote personeelsschaarste in de zorg. Die groep van blijklussers en flexijobbers wegnemen is volgens ons geen goed idee. We kunnen in het globaal plan bekijken wat de ideale verhoudingen zijn. We moeten wel opletten dat we in deze moeilijke arbeidsmarkt alles kunnen realiseren. In dat kader passen we op met rigide kaders, die mooi op papier zijn, maar in de praktijk niet werken.”

Vraag 6

Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

“We willen samen met de sector nadenken over creatieve oplossingen. Het optimaal gebruiken van taxi- en busstroken, moet in samenspraak met de beheerder bekeken kunnen worden op z’n haalbaarheid. Professionele diesel daarentegen is een afgelijnd uitzonderingsregime dat in de toekomst eerder zal verminderen dan uitbreiden. Het gaat daarbij overigens over technologie van het verleden. Met alle mogelijkheden die innovatieve technologie ons biedt, moeten we vooral naar de toekomst kijken, denk bijvoorbeeld aan welke uitdagingen én mogelijkheden elektrische en zelfrijdende wagens met zich mee zullen brengen.”