De antwoorden van N-VA op onze vragenlijst

Vraag 1

Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?

“De overheid moet voorzien in een kader om kwalitatief en betaalbaar vervoer mogelijk te maken. Momenteel zitten de bevoegdheden versnipperd, waardoor zo een geïntegreerd kader quasi onmogelijk is. Niet-dringend vervoer is Vlaamse bevoegdheid, maar het RIZIV (federaal) voorziet dan wel een tegemoetkoming van €0,34/km voor dialysepatiënten. Bijkomend komt het ziekenfonds soms ook nog zelf tussen. Voor onze partij moeten alle bevoegdheden bij de gemeenschappen liggen. Zo kunnen we zorgen voor een duidelijk kader en kunnen we via een Vlaamse Sociale Zekerheid afspraken maken over prijzen en tussenkomsten binnen een geïntegreerd zorgbeleid.”

Vraag 2

Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?

“Onze partij pleit om binnen de gezondheidszorg zo veel mogelijk van het silodenken af te stappen. Het ultieme doel is om budgetten zo efficiënt mogelijk in te zetten zodat we met dezelfde euro meer zorg kunnen aanbieden. Enkel met synergiën en een gelijk speelveld kunnen we ervoor zorgen dat de gezondheidszorgbudgetten optimaal besteed worden.”

Vraag 3

Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?

“Onze partij heeft in 2022 een voorstel van resolutie ingediend waarbij we vragen om het verouderde wettelijk kader aan te passen. We willen onder andere dat de adviezen rekening houden met input vanuit de urgentiegeneeskunde en dat de adviezen ook bindend worden. De medisch hulpverlener die de coördinatie opneemt moet ook correct vergoed worden. Zo zorgen we ervoor dat medische profielen op het terrein afgestemd zijn op basis van de noden van het evenement.”

“Met de focus op een nieuw regelgevend kader voor de eventhulpverlening, een adequate risicoanalyse, toegankelijke zorg naar middelengebruik en drugsbeleid alsook een nauwkeurige omkadering bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, blijven onze evenementen een feest voor elke aanwezige, in veiligheid en zonder extra belasting van het reguliere zorgnetwerk.”

Kathleen Depoorter

Vraag 4

Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?

“In plaats van nog een extra commissaris aan te stellen om versnipperde bevoegdheden te coördineren pleiten wij ervoor om de kern van het probleem aan te pakken. Voor onze partij moeten alle bevoegdheden rond gezondheid en welzijn op het gemeenschapsniveau gebracht worden. Zo kan er een geïntegreerd beleid gevoerd worden voor al het patiëntenvervoer in heel Vlaanderen.”

Vraag 5

De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe zie uw partij dit?

“Het noodnummer 112 is een belangrijke dienst in onze hulpverlening. Er dient dus voldoende personeel voorzien te worden. We zijn akkoord dat er ook zeker voldoende vaste personeelsleden moeten zijn. Zij zitten dag in dag uit in het veld en kunnen expertise opbouwen om oproepen vlot en efficiënt af te handelen. Aanvullingen met flexijobs moeten zeker mogelijk zijn, om in te spelen op een grotere personeelsnood op verwachte drukke momenten.”

Vraag 6

Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

“In eerste instantie moeten alle bevoegdheden naar de gemeenschappen komen. Enkel zo kunnen we zorgen voor een duidelijk regelgevend kader dat voor de ganse sector telt. Ook het onderscheid tussen dringend, niet-dringend zittend en niet-dringend liggend vervoer dient aangepakt te worden zodat elk patiëntenvervoer op dezelfde manier behandeld kan worden. We denken daarbij bijvoorbeeld aan de taxi- en busstroken die in de vraagstelling aan bod komen. Ook qua financiering is een geïntegreerd beleid goed voor zowel de patiënt als de belastingbetaler.”