In België is het vervoer van patiënten op verschillende niveaus geregeld, afhankelijk van de aard en het doel van het vervoer. Terwijl het zogenaamde “dringende geneeskundige hulpverlening” onder de bevoegdheid van de Belgische federale overheid valt, wordt het overige patiëntenvervoer op het niveau van de gefedereerde entiteiten geregeld.


Dringende Geneeskundige Hulpverlening

DGH, dit wil zeggen het dringende geneeskundige hulpverlening na een ongeval of een acute pathologie, wordt beheerd door de 112-centra. Deze worden georganiseerd door de Belgische federale regering, gezamenlijk door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid.

De ambulances die dit soort vervoer verrichten zijn gemakkelijk te herkennen. Zij zijn volledig geel en hebben een dwarslijn van groene en gele reflecterende rechthoeken. Deze ambulances zijn uiteraard voorzien van blauwe zwaailichten en een speciale claxon en moeten worden uitgerust met een uitgebreide lijst van uitrusting zoals beschreven in het Koninklijk Besluit.

De ambulancechauffeurs die voor de 112 werken, zijn houder van de beroepstitel van “hulpverlener-ambulancier in dringende geneeskundige hulpverlening”. Dit is een opleiding van 160 uur, die theoretische lessen, praktijk en een stageperiode omvat. Elk jaar moeten hulpverleners- ambulanciers 24 uur permanente opleiding volgen en om de vijf jaar een valideringsexamen afleggen.

Meer informatie ? www.112.be


Niet Dringend Patiëntenvervoer (NDP)

Niet dringend patiëntenvervoer, ook wel Niet Dringend Liggend Ziekenvervoer (NDLZ) genoemd, is een regionale bevoegdheid. Dit impliceert dat elke regio van ons land volledig onafhankelijk is in het beheer van het patiëntenvervoer buiten het kader van “112”.

Sinds de aanslagen in Brussel in 2016 heeft er echter een echte bewustwording plaatsgevonden binnen de ministeries. De aanslagen hebben namelijk het gebrek aan controles en het gebrek aan samenhang tussen de verschillende verordeningen, zo die er al waren, aan het licht gebracht. Onder impuls van minister De Block werd het hele systeem herzien. In Vlaanderen is een nieuwe regeling ingevoerd, in Wallonië wordt de verouderde wetgeving van 2004 geactualiseerd en in Brussel vinden momenteel intense besprekingen plaats om een nieuwe regeling in te voeren.

Voor niet dringend patiëntenvervoer, worden de ambulances wit. Zij hebben nog steeds een dwarsscheepse lijn, deze keer met groene en gele reflecterende vierkanten over de lengte van het voertuig. Aangezien deze ambulances niet bedoeld zijn voor gebruik in noodgevallen, hebben zij geen blauwe lichten of sirenes.

Sinds juni 2019 is een nieuwe wet van kracht die ambulancechauffeurs verplicht een opleiding te volgen in het niet dringend patiëntenvervoer. Zij moeten nu ook 160 uur opleiding volgen en hun vaardigheden valideren voordat zij hun beroep mogen uitoefenen.

Meer informatie over de regelgeving in Brussel, Vlaanderen en Wallonië.

Meer informatie over de opleiding: gezondheid.belgie.be


Tussentijdse ambulances

Dit type ambulance, dat het midden houdt tussen de voertuigen voor dringende geneeskundige hulpverlening en die voor het niet dringend patiëntenvervoer, is bestemd voor dringende opdrachten, meestal buiten de gebruikelijke opdrachten van de ambulances van  de “112”. Deze ambulances, die zijn uitgerust zoals de ambulances van D.G.H. en die hulpverleners-ambulanciers aan boord hebben, kunnen ook optreden ter versterking van de 112-dienst, zoals bij rampen of bij preventieve evenementenhulpverlening.


Zittend ziekenvervoer

Het vervoer van zittende patiënten, dat vaak weinig erkenning krijgt, is niettemin een integrerend deel van de sector patiëntenvervoer. Of de voertuigen nu aangepast zijn voor het vervoer van mensen in een rolstoel of niet, het besturen en begeleiden van een patiënt, zelfs een zittende, is een beroep waarvoor specifieke vaardigheden vereist zijn. Hoe ga je goed om met een persoon in een rolstoel? Hoe verplaats je iemand van een rolstoel naar een zetel? Wat te doen in geval van ongemak? Dit zijn slechts een paar voorbeelden die de noodzaak illustreren van opleiding voor wat vaak bestuurders van “rolstoelwagens” worden genoemd.

In België begint de houding te veranderen en wordt algemeen aanvaard dat het vervoer van zittende patiënten moet worden geregeld, net zoals het vervoer van patiënten in bed. Om de veiligheid, het comfort en de toegankelijkheid van de patiënten te verzekeren, voert Belgambu een ware strijd voor een betere erkenning van deze zeer bijzondere en essentiële activiteit.