/ 02/06/2025

Tussen boter en kogel: hoe we een weerbare maatschappij maken
De geopolitieke spanningen laten hun effect voelen tot in de Belgische politiek. Daar wordt naarstig gezocht naar extra centen voor Defensie. Al is dit niet alleen een financieel, maar ook een infrastructureel en logistiek vraagstuk. Hoe pakt ons land dit aan? Wat zijn de uitdagingen voor de zorg en voor onze maatschappij? Belgambu gaat in gesprek met de voormalige nummer twee van Defensie en luitenant-generaal op rust Marc Thys.
Sinds zijn pensioen bij Defensie is Marc Thys actief als geopolitiek consultant. Zijn doel is de geopolitieke geletterdheid in België en Europa op te drijven. Met zijn ruime kennis en expertise in buitenlands beleid, zet hij die missie kracht bij in een boek dat hij samen met journalist Jens Franssen schreef: ‘Vrede in tijden van oorlog’. Hoe we oorlog kunnen voorkomen en hoe we vrede en onze elvaart veilig stellen? Dat is exact de start van ons gesprek met Marc Thys.
“We staan te weinig stil bij onze omgeving en de impact ervan op onze maatschappij”, zegt hij. “Welvaart, vrijheid en veiligheid zijn een vanzelfsprekendheid geworden. Het is een hypothese dat we nooit een verlies van rijkdom zullen kennen, maar door de geopolitieke spanningen in de wereld staat dat fundament van ons maatschappelijk weefsel onder druk. In de militaire beeldspraak zeggen we wel eens: ‘Tussen boter en kogel’. Het is daar dat we een evenwicht zullen moeten vinden in onze samenleving om onze welvaart te verdedigen.” Of we dan moeten panikeren? “Neen”, stelt Marc Thys gerust. “Zolang we de nodige investeringen in defensie en in de diplomatie blijven doen. Eigenlijk heeft het federale niveau, waaronder Defensie, 37 miljard nodig om goed te functioneren. Ze ontvangen nu 19 miljard. Ze moeten dus bijna de helft van hun werkingsmiddelen lenen. Dat is niet efficiënt.”
Welvaart onder druk
Beseffen dat veiligheid en welvaart niet vanzelfsprekend zijn, is de start voor Marc Thys. Het is tegelijk een voorwaarde om de miljarden die we vandaag in sociale zekerheid investeren, te blijven vinden. “België is een speciaal geval”, vindt Marc. “We geven 30 miljard euro meer uit dan andere Europese landen om onze overheid te laten functioneren. We hebben met andere woorden te veel geld nodig om operationeel te blijven. Dat is een constructiefout in de Belgische fabriek die ons doet inboeten aan effectiviteit. Ik vergelijk ons land graag met een lasagne. We hebben veel lasagnebladen nodig. Dat zie je in de competenties die nodig zijn op het federale, regionale, provinciale en lokale niveau. Daar zitten overlappingen. Bij elke competentie die je toewijst, heb je een administratie en geld nodig. We hebben met andere woorden te weinig saus en er moeten een paar lasagnebladen tussenuit.”
Het patiëntenvervoer is al meteen een goed voorbeeld van hoe versnipperd die competenties en de werkingsmiddelen zijn. Belgambu probeert dit op elkaar af te stemmen. Marc Thys voegt daar nog het voorbeeld van de kustwacht aan toe, waarbij achttien entiteiten betrokken zijn. “Laat ons rationeel nadenken. Niet alles hoeft terug naar het federale niveau, maar het moet wel beter afgelijnd worden. Decentralisatie zal nodig zijn. Een ambulancedienst op het platteland run je anders dan een ambulancedienst in een stad. We komen uit een periode van ‘wat we zelf doen, doen we beter’ en moeten nu evolueren naar ‘hoe dienen we het best de burger’. Veiligheid was een vaststaand gegeven waardoor we vooral met onszelf konden bezig zijn. Dat creëerde die lasagne met veel lagen. De deelstaten ondernemen acties om het federale niveau te ondersteunen, maar we moeten vooral bezig zijn met het optimaliseren van de dienstverlening voor de burger. Dat doe je niet met territoriumtwisten tussen verschillende beleidsniveaus.”
“Veiligheid was een vaststaand gegeven waardoor we vooral met onszelf konden bezig zijn. Dat creëerde al die lagen en beleidsniveaus.”
Van lasagne tot brugclassificatie
Voor de NAVO is België sinds de inval van Rusland in Oekraïne meer dan ooit een transitland. Dat betekent dat we infrastructuur en vervoerscapaciteit nodig hebben, voor materiaal en voor mensen. Gezonden in de ene richting, gewonden in de andere richting. Bij capaciteit komt ook infrastructuur kijken, die versterkt moet worden want die volstaat momenteel niet voor zwaardere voertuigen. Daarvoor verwijst Marc Thys naar de Commissie voor Nationale Veiligheidsvraagstukken (CNVV), opgericht in 1950 en ontbonden in 2014. Alle departementen zochten samen proactief naar wat nodig is in het geval van een crisis. “Bijvoorbeeld, werd een brug gebouwd, dan keken ze naar welke classificatie nodig was om die sterk genoeg te maken. Nadenken over een crisis was ingebouwd in het federale niveau”, legt Marc uit. “Dat laten we sinds 1990 los, door de oprichting van het Crisiscentrum. Maar zij hebben niet dezelfde reikwijdte als de CNVV van toen. Bovendien hebben zij een eerder reactieve werking en moeten ze nu beginnen met de integratie van de regio’s, wat het veel complexer maakt. Ik merk dat het collectieve geheugen van waar we komen heel klein wordt. Veel van wat nu nodig is, hadden we eigenlijk al en moeten we nu opnieuw opbouwen.”
Een van die zaken uit het verleden is onder meer de numerus clausus voor dokters. Dat is gebaseerd op demografische evolutie, maar houdt geen rekening met crisisscenario’s. Lokaal, globaal of iets ingrijpends. “Zo zal het patiëntenvervoer niet tien mensen moeten transporteren, wel honderden patiënten per dag. Hoe vang je die op? Bij de start van de covidpandemie vroeg men aan Defensie of ze geen reservedokters of -verpleegkundigen hadden. We hadden er zes, artsen en verpleegkundigen samen. Dokters en verpleegkundigen moeten ook in de civiele sector actief blijven om hun kennis op peil te houden. Je moet dus nadenken over systemen om reserve op te bouwen en die professioneel op niveau te houden. Dat is niet efficiënt in gewone tijden, maar het helpt wel in moeilijke tijden. Welke prijs willen we daarvoor betalen? Welke reserve houden we achter de hand en voor welke scenario’s, en hoe definiëren we die?”
Voorbereiding is een noodzaak
Het Belgische Rode Kruis trok onlangs aan de alarmbel omdat het te weinig middelen krijgt voor hun rampenparaatheid. De ziekenwagens staan vaak stil, worden goed onderhouden en kosten geld. Geld dat er niet is. “We besparen op het voorbereidende luik”, zegt Marc. “Dat is een fout die we de voorbije dertig jaar maakten. We focusten op de waarschijnlijkheid van scenario’s in plaats van op de consequenties en ons voor te bereiden op ‘impacten’. Je kan je niet op alles voorbereiden, maar het is wel een denkoefening die nodig is om beter om te gaan met de realiteit. De centen die het Belgische Rode Kruis nodig heeft, kunnen bijvoorbeeld komen van de bovengemiddelde werkingskost van onze overheid. Zo functioneer je met meerwaarde, ook in het geval van nood.”
Mentaal denken is één iets. We zijn het allemaal eens dat inspanningen nodig zijn. Om die denkoefening om te zetten in de praktijk is financiering nodig. Dat betekent: prioriteiten stellen en keuzes maken. “Een van de grootste beperkingen van België voor militaire operaties vandaag is de medische steun. Het aantal dokters, bedden, verpleegkundigen, ambulances, … moeten we opnieuw dimensioneren. Defensie heeft volgens artikel 3 van het NAVO-verdrag als eerste opdracht het eigen grondgebied te verdedigen. Medische zorg maakt daar deel van uit. Het dienstjaar invoeren is een optie. Van de medische functies tot de infanterie. We hebben 30 à 40.000 militairen nodig. Dat is niet mogelijk met Defensie alleen. Het burgerlijke luik zal moeten helpen. Militairen hebben graag alles zelf onder controle, maar oorlog wordt gevoerd door een maatschappij.
“Een weerbare maatschappij vraagt de inzet van iedereen.”
Mobiliseren is nodig, bijvoorbeeld door het opeisen van vrachtwagens van transportfirma’s en ambulances van het patiëntenvervoer. Die wetgeving moet dringend gemoderniseerd worden, want vandaag kunnen we enkel ezels, geiten en karren opeisen.” De Helicopter Emergency Medical Services (HEMS) worden vandaag door private middelen gefinancierd. Is daar geen samenwerking met Defensie mogelijk? “Piloten moeten gekwalificeerd zijn om de specifieke opdracht uit te voeren door middel van voldoende vlieguren. We hebben al heel wat opdrachten binnen het militaire
domein: dagvluchten, nachtvluchten met of zonder nachtzichtapparatuur, op lage of grote hoogte, paradrop, … Al die elementen moeten ingepast worden in het vliegplan, net zoals het patiëntenvervoer en medische evacuatie. Dat betekent: voldoende piloten en helikopters, maar ook genoeg vlieguren om de opdrachten uit te voeren wanneer het nodig is.” Momenteel moeten die vlieguren op twee plaatsen gegenereerd worden: in het patiëntenvervoer en bij Defensie. Is daar geen synergie mogelijk om de vlieguren en de kosten te spreiden? “Dat kan zeker, onder meer door de vliegplannen naast elkaar te leggen in functie van de verschillende types opdrachten. Eventueel door meer in te zetten op synergieën en contracten met Volksgezondheid in plaats van met externe (private) partijen. Dat maakt deel uit van de nieuwe lasagne die we moeten creëren.”
Samenwerking en zelfvertrouwen
Voor Marc Thys is het duidelijk: onze overheid moet evolueren in functie van de burger, met dienstverlening zo dicht mogelijk bij de mensen en via samenwerkingen. “We moeten goed nadenken over hoe we onze staat geconstrueerd hebben en hoe dat effectiever en efficiënter kan. Onder meer door het laten samenvloeien van wat op regionaal niveau gebeurt. Elk departement heeft tekorten. Dat betekent dat de financiering anders kan en moet. Daarnaast pleit ik ervoor om de CNVV opnieuw op te starten en proactief zaken aan te pakken. Iedereen zit momenteel in zijn eigen container. Veiligheid en economie waren een bijzaak. Laat ons collectief nadenken over de scenario’s waarop we ons willen voorbereiden. Het is mijn ambitie om mijn steentje bij te dragen aan die bewustwording, want een weerbare maatschappij vraagt de inzet van iedereen. België heeft een zeer fatalistisch zelfbeeld, alsof we onze toekomst niet zelf in handen hebben. We hebben onszelf dat minderwaardigheidscomplex aangepraat. De enigen die denken dat België een klein land is, zijn de Belgen zelf. Maar de wereld kijkt net naar ons land om zijn plaats in te nemen. Wij kunnen boksen boven ons gewicht. We hebben de Europese instellingen, de hoofdkwartieren van de NAVO en ook de cijfers om onze relevantie te staven. Op Europees niveau staan we op 7 van de 27 op het vlak van bruto binnenlands product en op 8 qua bevolkingsaantal. Voor de NAVO gaat het respectievelijk om plaats 12 en 13 van de 32 landen. België is geen klein land. Ik heb de indruk dat we dat vergeten zijn.”
De toekomst zelf in handen nemen is exact wat Belgambu op een geheel ander niveau ook doet. De sector van patiëntenvervoer was ook fatalistisch ingesteld. Door de inspanningen van de beroepsorganisatie nemen we de toekomst zelf in handen om iets te veranderen. Welke wijze lessen Marc Thys ons nog wil meegeven? “Dan verwijs ik graag naar Marcus Aurelius. Ik distilleerde uit zijn filosofie vijf regels voor mijn eigen leiderschapsstijl: omarm onzekerheid, accepteer de realiteit, vorm je eigen toekomst, controleer het controleerbare en hou van je keuzes.”