“Transparante en werkbare tarieven blijven een heikel punt”

Hoeveel betaalt een patiënt voor zijn vervoer en hoeveel kost die rit de patiënt effectief? Het antwoord is complex, niet altijd hetzelfde en voer tot nadenken. Belgambu pleit al langer voor enerzijds transparante, faire en realistische prijszetting, en anderzijds een harmonisering van de effectieve kosten voor de patiënten. “Helaas moeten we dat ook blijven doen. Er is nog veel werk aan de winkel”, zeggen Belgambu-voorzitter Kenneth Arkesteyn en sectorexpert Frank Lippens. “Meer harmonisering in de kosten voor de patiënt vraagt om een publieke en solidaire financiering, zoals je kan lezen in diverse memoranda van onder meer de mutualiteiten, de ziekenhuiskoepels en Belgambu.”

Dringend patiëntenvervoer via 112: vrij rechtlijnig

Laten we beginnen met de eenvoudigste materie als het op tarieven aankomt. De prijszetting voor ritten binnen de dringende geneeskundige hulpverlening is simpel en rechtlijnig: elke patiënt betaalt evenveel. Waar vroeger gewerkt werd met een forfait en een aanvullende kilometerprijs verankerde voormalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block een alleenstaand forfait in de wetgeving. Initieel ging het om een bedrag van 60 euro voor een dringend ziekenvervoer. Na jaarlijkse indexatie bedraagt het tarief anno 2025 74,62 euro per rit. “De wegvallende kilometerprijs werd bovendien, en gelukkig maar, gecompenseerd door een verhoogde subsidiëring”, benadrukt Kenneth Arkesteyn. “Dat was ook noodzakelijk om een kwalitatieve dienstverlening te kunnen garanderen.” Waar de middelen gehaald worden veranderde – van de verplichte ziekteverzekering (RIZIV) naar departement Volksgezondheid – maar het forfaitsysteem bleef en bewijst zijn nut.

“Het grootste probleem is dat de patiënt vandaag geen enkel idee heeft van de werkelijke kostprijs van dit dringende vervoer”, pikt Frank Lippens in. Als commissievoorzitter in Vlaanderen en Brussel voor het niet-dringend (liggend) patiëntenvervoer, gewezen lid van het bureau van de Nationale Raad DGH en tal van andere functies is hij een referentie als het over de sector van het patiëntenvervoer gaat. “Een patiënt die op een ander moment niet-dringend vervoer aanspreekt krijgt daar een veel hogere prijs en dat krijg je moeilijk uitgelegd. Dat gebrek aan transparantie moeten we echt aanpakken. Ik pleit voor een factuur met de reële kostprijs, naast het bedrag dat de patiënt effectief zelf moet betalen, zodat mensen beseffen dat ook dringend patiëntenvervoer (112) duur is. Zoals een ziekenhuisfactuur, met de effectieve kosten en de uitsplitsing van het remgeld.”

Interhospitaal vervoer: geen factuur voor de patiënt

Ook voor interhospitaal patiëntenvervoer is de kostprijs simpel. Voor de patiënt zelf tenminste. Die betaalt sinds 2024 niets meer uit eigen zak om van ziekenhuis A naar ziekenhuis B te gaan. Sinds 2014 komen de middelen voor deze ritten uit het BFM (Budget Financiële Middelen), de financiering van de ziekenhuizen. Wat de ziekenhuizen zelf betalen hangt af van de overheidsopdrachten die ze hebben uitgeschreven en de vervoersorganisaties waar ze een beroep op doen. “Tot 2014 was het lang niet zo eenduidig”, zegt Frank Lippens. “Als een patiënt van het ene naar het andere ziekenhuis werd gebracht en dezelfde dag terugkeerde moest die toen niet betalen. Bleef die in het andere ziekenhuis overnachten, dan kwam de factuur wel bij hemzelf terecht. Begrijpen wie kan.”

Niet-dringend patiëntenvervoer: een complex kluwen

Het niet-dringend patiëntenvervoer is zonder twijfel de moeilijkste knoop om te ontwarren. Hoeveel je hier als patiënt betaalt, varieert volgens je locatie en de mutualiteit waarbij je aangesloten bent. Belgambu blijft evenwel ijveren voor werkbare tarieven, die transparant aan de patiënt gecommuniceerd worden. Kenneth Arkesteyn: “Een van onze kernwaarden is duurzaamheid. Daarbij gaat het voor ons om voldoende middelen voor het waarborgen van de continuïteit, duurzaamheid, kwaliteit en innovatie van het patiëntenvervoer en de eventhulpverlening. Door eventuele financiële overschotten te investeren in de eigen werking, kunnen onze leden een kwaliteitsvolle dienstverlening op langere termijn garanderen.”

Omdat het verhaal per gewest zo hard verschilt, bespreken we ze hieronder elk afzonderlijk.
Maar ze delen een gemeenschappelijke factor: de absolute nood van een publieke en solidaire financiering om de toegankelijkheid voor de patiënt evenwaardig te maken ongeacht waar deze woont en ongeacht bij welke mutualiteit de patiënt aangesloten is.

Vlaanderen

In Vlaanderen gaat het vooral over het niet-dringend liggend patiëntenvervoer. De overheid bepaalt hier geen prijzen, ook al heeft de bevoegde minister die mogelijkheid. Op vraag van voormalig minister Vandeurzen voerde een werkgroep in de schoot van de Commissie Niet-Dringend Liggend Ziekenvervoer (CNDLZ) in 2018 een kostprijsanalyse uit, ondersteund door het onafhankelijk expertisebureau Möbius. Belgambu nam actief deel aan deze werkgroep, net zoals een afvaardiging van de mutualiteiten. “Die werd toen volgens de actuele kosten uitgevoerd, in een situatie met onderfinanciering, dus het uitgangspunt was zeker niet perfect”, nuanceert Kenneth meteen. “In 2022 kwam er nog een update, die de berekende prijzen corrigeerde op basis van valide argumenten die door alle partijen aanvaard werden. Nieuw daarbij was een marge van 10 procent voor investeringen en een marge van 2,5 procent (in Brussel en Wallonië 5 procent) voor slechte betalers. Dat geeft de vervoersorganisaties meer weerbaarheid. De laatste vijf jaar is er heel wat gewijzigd zoals een significante daling van het aantal patiënten vervoerd in een ziekenwagen, wat natuurlijk een effect heeft op de kostenberekeningen.

De belangrijkste opdrachtgevers voor de leden van Belgambu zijn de mutualiteiten enerzijds en de ziekenhuizen anderzijds. “De mutualiteiten maken een interpretatie van de studie en die bedragen hanteert Mutas als tarief. “Belgambu blijft het daar moeilijk mee hebben”, benadrukt Kenneth. “Een grondige update met echte ondernemingsstandaarden als basis zou een gepast antwoord kunnen bieden. Frank pikt in: “In tegenstelling tot bijvoorbeeld Brussel legt Vlaanderen geen minimum- of maximumtarieven op. Vervoerders moeten trouwens hun prijzen duidelijk zichtbaar ophangen in de voertuigen, dat is toch een belangrijk aspect voor een transparante prijszetting.”

Brussel

Brussel heeft dus wel een uniek tarief als het over een rit binnen het patiëntenvervoer gaat. Initieel was ook daar een werkgroep in de schoot van de Permanente Overlegcommissie voor het Niet-Dringend Patiëntenvervoer voor het berekenen van de kosten en het bepalen van de tarieven. Men gebruikte de Möbiusstudie als canvas om de kosten in kaart te brengen. Helaas viel die werkgroep na 22 vergaderingen uiteen, nadat een kleinere mutualiteit er de stekker uit trok. Elke partij maakte zijn eigen analyses en bezorgde die aan de bevoegde minister, die uiteindelijk de tarieven bepaalde. Voor het liggend patiëntenvervoer volgde Brussel de prijzen van Vlaanderen. Voor het zittend en rolstoelvervoer waren pittige debatten nodig om te stranden op een tarief van 60 euro per rit.

Kenneth merkt op: “Het kabinet heeft zo lang gewacht om de tarieven te publiceren, dat Mutas zijn prijzen intussen al indexeerde. Daardoor ligt het tarief in Brussel toch lager dan in Vlaanderen. Dat probleem hebben we als sectorvereniging al aangekaart, maar bij gebrek aan een regering in Brussel kan dit voorlopig niet rechtgetrokken worden.” Brussel heeft dan wel weer het voordeel dat ze over veel actuele data gaan beschikken, vult Frank aan. “In Brussel moeten vervoerders hun cijfers indienen. Er zijn dus veel echte gegevens voor handen die we onder meer kunnen gebruiken voor een realistische kostprijsberekening.”

Wallonië

Wallonië, tot slot, heeft een decreet met maximumtarieven, maar legt geen minima op. Het grootste pijnpunt daar is de facturatie van standplaats tot standplaats. “In de praktijk krijgt een patiënt zo soms facturen voor pakweg 120 kilometer terwijl die slechts 20 kilometer in de ambulance heeft doorgebracht”, legt Kenneth uit. “Belgambu ijvert voor een systeem waarbij de betaalde kilometers gelijk zijn aan de kilometers met de patiënt aan boord. Op voorwaarde dat we correcte tarieven hanteren, uiteraard. Dat is nodig om een gelijk speelveld te creëren, waarbij alle diensten levensvatbaar zijn en voldoende kunnen investeren om op elk moment kwalitatief patiëntenvervoer te garanderen.” Momenteel lopen de gesprekken met het kabinet van minister Coppieters om in Wallonië ook te evolueren naar een vast tarief met een forfait en een kilometerprijs voor de kilometers dat de patiënt aan boord was.

VLAANDEREN

Er zijn geen tarieven vastgelegd door de overheid. De meest frequent gehanteerde tarieven zijn die van Mutas. Mutas is een coöperatieve organisatie die door de Belgische mutualiteiten werd opgericht om onder meer het niet-dringend patiëntenvervoer (NDP) voor hun leden te organiseren en te coördineren. Ze fungeert als centrale dispatching en contractbeheerder voor een groot deel van de ritten die door de mutualiteiten worden terugbetaald of geregeld. Mutas is dus geen vervoersdienst zelf, wel een tussenorganisatie tussen ziekenfondsen en vervoerders.

Tarieven niet-dringend patiëntenvervoer per AMBULANCE van en naar erkende zorgverstrekkers (2025)

Standaardtarief Mutas Startforfait 1 tot 10 km per rit € 142,21
11 – 30 km per km € 2,09
> 30 km per km € 1,67

 

Supplementen

Zon- en feestdagen Voor vervoeren op zon- en feestdagen mag een eenmalige toeslag van € 52,28 per dossier aangerekend worden. Dit supplement is niet van toepassing voor vervoer in het kader van chemotherapie, radiotherapie en nierdialyse.
Ritten buiten de gewone uren Voor vervoeren tussen 20u en 6u mag een eenmalige toeslag van € 52,28 per dossier aangerekend worden. Het tijdstip waarop de patiënt moet worden afgehaald bepaalt of het supplement van toepassing is. Dit supplement is niet van toepassing voor vervoer in het kader van: chemotherapie, radiotherapie, nierdialyse.
Wachtgeld Er is geen wachtgeld voorzien. De vervoerder wordt niet geacht om te blijven wachten tot een onderzoek of behandeling klaar is.
Zuurstof Voor een vervoer met een verderzetting van een reeds opgestarte zuurstoftherapie, in opdracht van Mutas, mag een forfaitair supplement van € 15,68 worden aangerekend.
Verbruiksgoederen Er mogen geen extra kosten in rekening worden gebracht voor gebruikt materiaal (wegwerphandschoenen, lakens, …).

 

Tarieven niet-dringend zittend en rolstoel personenvervoer van en naar erkende zorgverstrekkers (2025)

Opgelet: in Vlaanderen bestaat er officieel (nog) geen zittend- en rolstoelpatiëntenvervoer.

Zittend vervoer Startforfait 1 tot 10 km per rit € 20,91
11 – 30 km per km € 1,99
> 30 km per km € 1,57

 

Vervoer in rolstoelwagen Startforfait 1 tot 10 km per rit € 40,78
11 – 30 km per km € 1,99
> 30 km per km € 1,57

 

Supplementen

Zon- en feestdagen Voor vervoeren op zon- en feestdagen mag een eenmalige toeslag aangerekend worden. Zittend vervoer en vervoer in rolstoelwagen: € 20,91 per dossier. Dit supplement is niet van toepassing voor vervoer in het kader van chemotherapie, radiotherapie, nierdialyse.
Ritten buiten de gewone uren Voor vervoeren tussen 20:00 en 06:00 mag er een éénmalige toeslag worden aangerekend. Het tijdstip waarop de gebruiker wordt afgehaald bepaalt of het supplement van toepassing is. Zittend vervoer en vervoer in rolstoelwagen: € 20,91 per dossier. Dit supplement is niet van toepassing voor vervoer in het kader van chemotherapie, radiotherapie, nierdialyse.
Wachtgeld Er is geen wachtgeld voorzien. De vervoerder wordt niet geacht om te blijven wachten tot een onderzoek of behandeling klaar is.

BRUSSEL

Ambulance
€ 140,41 Basistarief / tarif de base
Supplementen / suppléments
€ 3,10 Per extra km tussen 11 en 30 km

Par km supplémentaire entre 11 et 30 km

€ 2,06 Per extra km vanaf de 31e km

Par km supplémentaire à partir du 31ième km

€ 168,49 Verhoogd tarief (prestatie tussen 20u en 6u)

Transport majoré (prestation entre 20h et 6h)

€ 15,49 Zuurstof / oxygène
€ 154,86 Prestaties van de arts (per aangevangen uur)

Heure de prestation entamée d’un médecin

€ 103,24 Prestaties van de verpleegkundige (per aangevangen uur)

Heure de prestation entamée d’un infirmier

€ 139,37 Forfait voor alle materiaal dat tijdens het vervoer wordt gebruikt

Forfaitaire pour tout matériel utilisé durant le transport

€ 103,24 Bij annulatie minder dan twee uur voor de afspraak

Annulation moins de deux heures avant le rendez-vous

Véhicule Sanitaire Léger
€ 61,95 Basistarief / tarif de base
Supplementen / suppléments
€ 2,06 Per extra km tussen 11 en 30 km

Par km supplémentaire entre 11 et 30 km

€ 1,03 Per extra km vanaf de 31e km

Par km supplémentaire à partir du 31ième km

€ 74,33 Verhoogd tarief (prestatie tussen 20u en 6u)

Transport majoré (prestation entre 20h et 6h)

€ 30,97 Bij annulatie minder dan twee uur voor de afspraak

Annulation moins de deux heures avant le rendez-vous